Al hatseflatsend rijden we door dit deel van Afrika. Olifanten, big eat, big shit, poepen er wat af. De wereld is hun territorium en niemand corrigeert een poepende olifant… Dus rijden we menige drol aan flarden, alles ontwijkend zou ons in problemen brengen; wij noemen dit dus hatseflatsen. Wees niet bang, dat is het enige dat we ‘platrijden’; verder doen we ons uiterste best om alles wat op de weg loopt, kruipt of rijdt te ontwijken. Gisteren de grens met Namibië weer overgestoken en nu zijn we op het mooie Ngepi camp aan de Okavanga rivier, niet nadat we toch bijna een cheeta baby hadden gehatseflatst. Maar liefst 5 cheetababys dartelden op de weg. Jan gelijk boven op de rem. Ze stoven alle kanten uit. Ik hoop dat ma cheeta ze allemaal terugvindt. Ma schijnt niet te kunnen tellen, volgens Jan. Straks dwaalt er ergens een cheetababy rond.. Vandaag aangekomen op Roy’s Camp. We waren hier 2x eerder. Fijne stek. Morgen richting Etosha, het speuren en kijken naar wild verveelt nog niet.
Ngepi camp vonden wij ook leuk, minder was dat wij onverwachts een hele rivier met onze auto’s moesten oversteken. Hoop dat jullie het droog hebben kunnen houden.
Ja, gelukkig wel. Er was wat water onderweg, maar dat stelde niets voor. Is en blijft een heerlijke plek.
Wat gaaf dat je die baby cheetah’s tegenkwam. En dat hatseflatsen… die onthou ik voor scrabble 🙂
Is een bestaand woord, maar of het officieel deze betekenis heeft… 🙂